Met de zusters Dominicanessen te Ankawa/Erbil kom ik altijd op het directe niveau van de gezinnen, zij werken op scholen en maken daar mee hoe het verder gaat, ontwikkelt, stokt, aarzelt. Een groot deel van de ontheemden is terug naar de dorpen en stadjes waar ze vandaan kwamen. Augustus zag ik hoe ISIS die heeft achtergelaten: eigenlijk niet om te wonen, tenzij je in een ruïne of een zwart geblakerd huis kunt wonen. Ze doen het, en ze werken hard aan het opknappen. Het is zichtbaar dat Caracosh relatief veel hulp krijgt. Zr. Nibras zegt bijna bitter: „Alsof het de hoofdstad van het christendom is!” Haar familie zit in die dorpen waar niemand komt of nog niet kan komen. Zij wil dat ik daarheen ga, niet naar Caracosh. Maar ja, de tijd is me niet gegeven.

En dan zijn er ook degenen, die hun kinderen nog hier in Erbil en Ankawa op school hebben. Die ook liever hier blijven, een redelijk onderkomen hebben gevonden; geen energie hebben om in hun dorp van oorsprong bij nul te beginnen, daar waar relatief weinig hulp is.

Langzaamaan gaan hier wat scholen dicht die speciaal voor de Arabischtalige IDP’s (Iraakse Inlandse Vluchtelingen) waren opgezet, en dan moeten de ouders toch besluiten wat nu… Voor hen die geen eigen huis hadden, of dat huis in puin vonden, of té beschadigd om er nog wat van te maken, of in die dorpen horen die direct naast loopgraven liggen – voor al die families is de grote onzekerheid aangebroken. Wat te doen? En welk besluit zal het goede blijken? Hoeveel wil je gokken als je kleine kinderen hebt? Veel onzekerheid. Het is inmiddels merkbaar aan afnemende concentratie, ook bij de kinderen. Aldus zr. Bath. Verantwoordelijke voor twee kleuterscholen!

In Sulaymaniyah in het klooster maak ik vooral een plek mee waar christenen en moslims vanzelfsprekend mengen, en alle denkbare en ondenkbare groepen die verder nog bestaan in deze regio. Buiten de poort kom ik zelden. Het is dagelijks een komen en gaan van vele mensen, voor lessen, voor andere happenings. Waar zinvol/mogelijk doe ik mee in het huishouden. En ik hoor achterzijden van het nieuws. Dat huishouden is hier feitelijk een ramp, het klooster moet zijn formule van gastvrijheid gaan herzien om het leefbaar te houden. Ze vragen aan niemand geld, betalen wel de leraren, en wat gratis is heeft geen waarde. Daar ga je zeker niet helpen schoonmaken. Het vergt ook een een goede coördinatie, naast het charisma om mensen het gevoel te gaan geven dat het hun huis is, dus gezamenlijk ook leuk gehouden moet worden. Pater Jens is vertrokken naar Europa, Pater Jacques neemt de kans om diens kantoor uit te mesten, en samen filosoferen we over die materiële kant van de toekomst… Een beetje help ik mee uitmesten, maar ik wil mijn eigen werk wel af hebben voordat ik morgen op het vliegtuig stap: 25 reisuren tegemoet.

In Kirkuk dient de wereld zich (voor mij) het meest gevarieerd aan, inmiddels word ik overal naar toe gesleept. Feitelijk wordt daar mijn agenda bepaald, daar wordt het best begrepen hoe ik inzetbaar ben, daar is de informatie het meest gevarieerd. Aan tafel hoorde ik bisschop Mirkis tegen iemand anders zeggen dat hij mij had meegenomen naar het condoleance-bezoek, zodat door mijn aanwezigheid in de mannelijke bezoekersgroep ook de vrouwen zich zouden kunnen laten zien en hij de weduwe persoonlijk kon toespreken en bemoedigen. Nu begrijp ik waarom ik mee moest en aan zijn rechterzijde zitting nemen.

Met name in deze nieuwe verkenningsreis, overal alles anders terwijl het „gewone leven” ook gewoon doorgaat, iedereen aan het inschatten hoe de nabije toekomst zal zijn, in deze reis wordt het multikarakter van Kirkuk zeer ervaarbaar, op vele wijzen. Oude traditie, eeuwenoud vier hoofdgroepen die redelijk goed samenleven. Karam, bisschoppelijk chauffeur, meldt me dat hij vier talen spreekt: Assyrian, Koerdisch, Turkmeens en Arabisch; zoals iedereen die in Kirkuk is geboren en getogen. Sinds een eeuw, sinds hier de eerste en grootste olievoorraad in die zandbak Midden Oosten werd ontdekt, Engeland en Frankrijk dwars door een Eerste Wereldoorlog heen hier hun strepen trokken aan de biertafel en zo Koerdistan in vieren deelden, sindsdien komt hier de hele wereld aanwaaien in alle gestalten: van gastarbeider tot veroveraar. Allen willen een stukje van de taart en sommigen willen de hele taart. Dat geeft soms veldslagen. Investeerders om deze oliestad zo glansrijk te maken als zeg Dubai, die gaan dus liever naar Dubai. Veiliger. Kirkuk is politiek-economisch gesproken onrust. Daar is olie dus niemand hoeft te helpen; daar is olie dus iedereen staat er te dringen; dat kan in iedereen het slechtste bovenhalen op den duur. Zoals besmuikte jaloezie waarmee alle waarneming vertekend wordt. Dat heb ik ondervonden met de Diocesane Raad.

Er kwam hier bij de bisschop een Franse groep langs, mesopatamiaheritage. Ze hebben een website onder die naam (.org) en verzamelen digitaal alle culturele geschiedenis van christenen en Yezidi in dit gebied, omdat die twee groepen zeer zwak gemaakt zijn, en hulp gebruiken kunnen bij het veiligstellen van het culturele erfgoed, van belang voor de eigen identiteitsbeleving. Een aanbod vanuit die groep, na bezoeken van enkelen hier. Een redelijke groep Fransen is vrij trouw aan Irak, zij kennen hun historische relatie met Irak.

Een bijzonder verhaal van het laatste studentenhuis voor mannen dat hier in Kirkuk is: er was een oude man, keelkanker, geopereerd, maar ging duidelijk dood. Had geen familie. De studenten wilden hem wel in huis hebben om samen voor hem te zorgen. Daar is hij uiteindelijk gestorven. Een kleine groep van de kathedrale parochie: ‚Mission for live’ organiseerde dat. Juist in het contrast met die olieslurpers komt ook het beste boven in een gemeenschap.

Politieke inschattingen:

Met minder spanning dan voor het Koerdische Referendum wacht men nu af wat de verkiezingen in mei gaan brengen. Dat zijn kamerbreed de reacties als ik naar toekomst vraag. Waar ik doorvraag, is meer of minder aarzelend de toon, dat men hoop heeft dat het beter gaat worden; er gloort hoop in Irak. Maar fluister dat, voordat het je ontglipt. Eerder gaf ik het aan, er wordt aan alle zijden gewerkt om de streek van groen te voorzien. Dat gebeurde zelfs in Caracosh. En ja, er is meer stabiliteit, zegt ook Sami, moslimKoerd in Sulaymaniyah. Ook al ziet Koerdistan er ineens behoorlijk gemilitariseerd uit, ik tref weinig mensen die vrezen dat de volgende veldslag in aantocht is. Als boventoon heerst (bij niet Koerden) de opluchting dat het in oktober niet tot een echte veldslag kwam. „Nauwelijks geschoten, Kirkuk ging in twee uur over in andere handen.”

Mogelijk schatten veel Koerden het anders in, die likken hun wonden. Het is in Iraaks Koerdistan moeilijker gewordend dan het was. In Kirkuk hoor ik iedereen zeggen dat alles nu een stuk beter georganiseerd is dan „onder de Koerden”, die ook maar heel informeel de baas waren. Nu zijn er wetten, soms lastige, dat wel, maar je weet in ieder geval wat kan en wat niet. Zo kun je wel grond kopen, maar grond verkopen is bijzonder lastig. Pech voor de bisschop: het bisdom blijkt veel lapjes ongebruikte grond te hebben, historisch ontstaan; daarin was hij aan het saneren. Waar zinvol wordt er nu iets gebouwd om geld te genereren, zoals een markthalletje van vier etages, om te verhuren. Andere lapjes grond kan hij niet kwijt door die wet.

Er lijkt veel overeenstemming over, dat zowel regering en parlement in Bagdad als in Erbil sterk onder invloed zijn gekomen van corrupte krachten. Men is benieuwd of volk een beetje gaat kiezen op de goede kandidaten, die (nog) buiten het circuit van corruptie staan. Tegelijk meen ik ook te begrijpen, dat clanvorming meer aan de orde is dan pakweg vijftien (2003) of zevenentwintig jaar (1991) geleden, omdat overleven in dit land de mensenterugwierp op de grote familierelaties. De politici die geheel los van die clan-invloed kunnen opereren moeten meen ik nog worden uitgevonden. Familiebanden maken de kandidaat, meer dan de partij. Het systeem laat dan wel op kandidaten stemmen, je hebt daarmee de clan in huis. Het kan ook de partij zijn waardoor de politicus wordt bestuurd of verlamd. Hoezeer clan en partij elkaar overlappen weet ik niet. Vaak wel.

Het verhaal gaat, dat ex-president Maliki (die met de Koerdische Barzani samen ISIS naar Mosul haalde) anderhalf miljoen dollar aan verkiezingen investeerde. Hij doet dus ook een gooi naar de macht. Bisschop Mirkis meent dat Barzani en Maliki niet voor een tribunaal te brengen zijn, omdat er te velen hebben meegewerkt in 2014. En we constateren, dat het voor hulporganisaties ook lastig uitleggen is dat je een land helpt opbouwen, als dit soort gelden worden vergooit aan te dwaze verkiezingen. Werd voor dat soort vertoning Irak platgebombardeerd in 2003?

De corruptie, daar had ik het over. Speelt een grote rol op politiek niveau, en men hoopt dat dat langzaamaan toch weer kan worden teruggedrongen. Vraag is natuurlijk, hoeveel corruptheid nog kan door druppelen naar lagere niveaus, voordat zorgzame mensen weer vat gaan krijgen op de totale overheidsstructuur. Op gewoon leefniveau hoor ik weinig van corruptie. Wel problemen erdoor, met name in Koerdistan, waar de salarissen te weinig worden uitbetaald. Nu is Koerdistan ook wel stevig geld kwijt aan de al jaren durende opvang van miljoenen vluchtelingen. Waaraan, zoals eerder gemeld, de Westerse regeringen minder bijdragen dan ooit beloofd… Lokaal kan dat allicht tot corruptie leiden…

Juist de economische relatie Bagdad-Erbil is complex, spannender dan de militaire die een gewapende stilstand is. In zijn door VN-besluit in 1991 verkregen autonome fase bleef Koerdistan buiten de scherpe boycot; kreeg daardoor toen al toeloop vanuit het zuiden; maar geen buitenlandse investeerders omdat toekomst vaag was; ging 2003 geweldig boomen door het einde van de boycot en Amerikanen in het land, kreeg daarmee ook Koerdische toeloop uit buurlanden, torens groeiden naar de hemel. Koerdistan ging overmoedig zelf olie verkopen, waarop Bagdad wat geldkranen dichtdraaide (de grootste oliemaatschappij is nationaal) , maar het boomen ging door dankzij buitenlandse investeerders. 2014 zette ISIS (via Barzani en Maliki!) plotseling een rem op alles, boomen gestopt, investeerders weg, vluchtelingen en IDP’s toegestroomd… Koerdisch Referendum om onafhankelijkheid betekende bij Arabieren vrees voor een nieuwe oorlog, bij Koerden hoop op een eigen Koerdische staat.

Nu is Koerdistan feitelijk weer Irak, Bagdad heeft een forse stem in de geldverdeling… Koerden op stadsniveau gunnen ook niet perse elkaar de winst (naar goed neoliberaal gebruik concurreren, een slechte basis voor opbouw in dit soort situatie)… Buitenlandse investeerders hebben het vertrouwen verloren. Hoe lang gaat het duren om dat ‚investeringsklimaat’ te herstellen? Is het daarom, dat in gangbaar Europees nieuws Irak van de kaart lijkt geveegd? Er hooguit over bericht wordt als een enkele „christelijke” groepering in Europa pleit voor een zelfstandige christelijke staat zuidelijk van Mosul? Wat pleiten is voor uiteenvallen van een staat met vier buurlanden die onmiddellijk zouden binnenstormen. Irak kan dus maar beter Irak blijven. Boomen in Koerdistan is voorbij, maar er is wel meer stabiliteit dan sinds 1980 werd ervaren.

Intussen krijgt Mosul nauwelijks hulp. Een stad van 2 miljoen inwoners indertijd, grotendeels in puin. Ik signaleerde al de strijd Koerdistan-Bagdad op het niveau van regeringsbegroting, naar informatie van Abuna Kais. Daarin wil ik iets aanvullen: Al Abadi lijkt meer nog dan me gemeld was beperkt te worden door zeg maar zijn clan: er wordt weinig extra geld uitgetrokken voor Noord Irak: niet om Koerdistan te helpen met de vluchtelingen, niet om Mosul te helpen opbouwen. In welke mate daarin de factor „niet gunnen” speelt, moeten we gissen: „wij dit niet dan jullie dat niet”.

Wat van dit alles na de verkiezingen mogelijk gaat veranderen, daarover wil niemand speculeren.

Inmiddels vallen veel particuliere hulpbronnen uit buitenlanden droog omdat men meent dat met het verdrijven van ISIS alle problemen voorbij zijn. Er zijn vooral kleinere NGO’s die volhouden, en er zijn de Christian Peacemaker Teams.

Er zijn ook tien Nederlandse hulporganisaties, verenigd door onze staat, om noodhulp te bieden: levens redden, voedsel uitdelen, noodzakelijke medische zorg bieden. Aan betalende Nederlanders melden hoeveel personen ze precies bereikten met verband en bonen en rijst. Er is een ingang gevonden om over steun aan de Yezidi na te denken!

Gewapende stilstand in dit noorden. Stilstand, en die heeft uiteindelijk nu vooral een economisch gezicht; de militaire controles langs de weg zijn minder indrukwekkend dan stagnerende opbouw of stagnerende economie op salarisniveau. Erbil en Sulaymaniyah zien er nog boomend uit. Het is de rijkdom die van 2003 tot 2014 werd opgebouwd, met name in winkelstraten en koopcentra nogal breed uitgehangen. In augustus hoorde ik dat in Koerdistan de overheid maar mondjesmaat salarissen uitkeert, in een van de demonstraties daartegen liep de auto die mij vervoerde vast. Onlangs constateerde ik samen met Pater Jens, dat je bijna beter als Syrisch vluchteling in Koerdistan kunt zijn dan als Koerd daar wonen. De Koerden hebben (doorgaans) hun huis, maar nauwelijks uitbetaling voor het dagelijkse leven. De vluchtelingen zitten in kampen, maar krijgen wel eten uitgereikt. Wraaknemend Bagdad helpt dan niet helemaal, vliegvelden blokkeren ook niet.

Zoals ik duidelijk merkte bij de Diocesane Raad, is de gedachte bij Kirkuks Arabieren en Assyriërs dat die Koerden daar in Sulaymaniyah in het Walhalla leven. Nadere informatie maakt helder, dat het boomen in 2014 met dank aan ISIS stopte en nog helemaal niet is hervat; wat wel werd beweerd. Vraag is of de torens in aanbouw ooit zullen worden afgebouwd…

Irak gaat niet uiteenvallen langs etnische of religieuze lijnen. Dat ligt volgens mij niet in de aard van dit land. Daarvoor leeft er op teveel plekken al gemend, daarvoor werd er te vaak in crisistijd samen overleefd. Wat de saamhorigheid danig zou kunnen gaan verstoren lijkt me het economische circus. Corruptie op hoog niveau; diepste ontreddering op volksniveau; steden die rijk lijken maar het niet meer zijn; scherpe ongelijkheid in wederopbouw tussen diverse platgewalste dorpen;  Koerden en Sjiieten die nu staatsgeld moeten verdelen maar in gewapende stilstand leven… dat geheel kan een explosieve cocktail worden als toekomstige politieke leiders daarin geen balans gaan vinden. De verkiezingen zullen iets opleveren dat tijd nodig heeft om tot balans te komen… als dat er al inzit.

Irak moet het hebben van lokale wijsheid, zag ik al in 2003. Een dinkytoy bisdom dat meer Yezidi helpt dan het aankan; een Chaldeeuwse jongerengroep die een dag lang bakt voor die Yezidi studenten; een bejaardenhuis in aanbouw voor moslims en christenen samen; een klooster waar alles en iedereen rondloopt als in eigen huis; een lagere school met een zuster dominicanes als hoofd en 12 moslima’s als leerkrachten. Zou dat volk niet beter af zijn zonder regering?

Intussen groeien de bomen, vandaag regende het ook nog stevig. En als Iran en Turkije met al hun stuwdammen de Iraakse rivieren helemaal droog gekregen hebben, dan zit er op 1000 meter in de grond nog een belt uitstekend water voor de komende tweehonderd jaar. Dus waarom de moed verliezen? Irak blijft verrassen.

Kloosterkerk/ruïne bij Bazyan, 6de eeuw  ~  Een toegift

Kort voor de controlepost Sulaymaniyah

Langs de weg Kirkuk-Sulaymaniyah, vlak naast een fraaie „stadsmuur” over de weg en de twee aanpalende berghellingen heen, is een ruine van een oude kerk, 6de eeuw. Vanaf mijn eerste bezoek aan Irak word ik daar telkens als er weer gasten zijn heen geleid. Ditmaal werd de hele Diocesane Raad erheen geleid, met uitvoerige toelichtingen van bisschop Yousif Thomas (aanspreekvorm hier), Mirkis (bij ons). Hij is niet enkel leraar in hart en ziel, hij is ook een podiumdier. En bouwmeester, en snelle creatieve planner in noodsituaties: een brandweerman zogezegd.

De ruïne geeft hem het podium, en hij weet nu meer dan vier jaar geleden. Midden 19de eeuw, toen de eerste Europese rijkelingen met dank aan stoomtrein en stoomboot op root avontuur konden gaan, werd door een Franse avontuur al gesignaleerd dat er daar „iets” was. Pas na 1980, vanwege graafwerkzaamheden voor de aanleg van een watersysteem, werd de site opengelegd, direct naast de grote weg. Losse voorwerpen kwamen in het museum van Sulaymaniyah, en deels in Bagdad. Daaronder ook teruggevonden steenhouwwerken als muurversiering. Hier op de „site” is de basisstructuur van het historische bouwwerk blootgelegd, en het laat zoveel toegangen zien, dat er geraadseld werd wat het was. Op dit moment gaat men ervan uit dat het om een Nestoriaanse kloosterkerk ging, die uiteindelijk werd uitgebouwd tot een vesting vanwege langdurige belegering door een vijandige mogendheid.