In memoriam pater Jan Goes o.p.

Op donderdag 18 juni jl. overleed pater Jan Goes in de ouderdom van 88 jaar. Hij was pastor in de Utrechtse Dominicaanse parochies, sinds 1988 in de Sint  Dominicus in Oog in Al en later in de Sint Antonius van Padua en Onze Lieve Vrouw van Goede Raad in Lombok en Nieuw-Engeland.

Hij was de jongste zoon uit een Alkmaars middenstandsgezin. Als jongen werd hij door de paters dominicanen die in zijn  parochie werkzaam waren op het spoor van zijn religieuze roeping gebracht. Na zijn professie in de orde der predikheren en zijn priesterwijding werd hij als missionaris uitgezonden naar de Nederlandse Caraïbische eilanden. Na 30 jaar kwam hij in 1988 terug in Nederland en werd hij pastor in Utrecht. In deze periode  bleef hij ook zeer betrokken bij de Antilliaanse geloofsgemeenschappen op verschillende plaatsen in Nederland als voorganger in de Papiamentse vieringen (o.a. Amsterdam, Rotterdam en Almere), op zondag, bij huwelijken en uitvaarten.

De hervormingen in de Nederlandse kerk sinds het 2e Vaticaans concilie en de teleurstelling van velen over de stagnatie bij de uitvoering daarvan waren aan hem voorbijgegaan. Pater Goes voelde zich als dominicaan verbonden aan de wereldkerk. Hij sprak met trots over het werk van zijn medebroeders en was geïnteresseerd in  de theologische vragen die in de Orde tot doorgaande vernieuwing van de kerk opriepen.

De parochie was voor hem het huis van de Heer waar gastvrijheid als deugd bovenaan hoort te staan en waar niet naar kleur of kleding van mensen wordt gekeken. Jan genoot van de liturgieviering; daar kwam voor hem ter sprake dat God uit liefde het leven aan allen geeft.

In twee gevleugelde uitdrukkingen wordt Jan getekend. “God is groot” zei hij vaak uit verbazing en uit een besef van nederigheid, te weten wie hij is.

Zijn andere veel gebezigde uitdrukking tekent zijn terughoudendheid in het oordeel en zijn eerbied voor het leven van andere mensen: “het is moeilijk in andermans boeken te lezen”.

De kracht van Jan in de omgang met mensen was zijn humor. Torenhoge problemen en brandende kwesties wist hij met een kwinkslag te relativeren en probeerde zo ontspanning te bewerken.

Jan had de gave om met veelkleurigheid om te gaan. Hij was een stralend  en verbindend middelpunt in de kringen waarin hij verkeerde. In de laatste Utrechtse jaren wandelde hij graag in zijn woonbuurt en in Lombok, waar hij genoot van de gesprekken die hij te pas en te onpas teweeg bracht. Hij kende winkeliers, de mensen van de de kerk en de moskee, van het inloophuis en keek met de studenten  die naast hem woonden, naar voetbal.

Met het stijgen der jaren werd het alleen wonen voor Jan moeilijker. Daarom besloot hij op zijn 80ste verjaardag gehoor te geven aan het dringende advies van zijn overste om in het klooster terug  te keren. In november 2011 verhuisde hij naar zijn medebroeders in het Mariaconvent in Berg en Dal. Af en toe ontsnapte hij aan de rust van het lommerrijke dorp en keerde hij even terug in de stad om er oude plekjes te bezoeken en herinneringen op te halen.

Enkele maanden geleden begon zijn gezondheid ernstig te verslechteren. Voor goede zorg werd  hij in het verpleeghuis Aqua Viva opgenomen, waar hij na een goed leven in vrede is gestorven.

Jeroen Kwaaitaal (Antoniusgemeenschap)